Roeiers: veilig het water op!
Aandacht voor persoonlijke veiligheid staat hoog in het vaandel bij AROSS. Ondanks alle inspanningen om roeiers goed op te leiden zijn incidenten nooit helemaal te voorkomen. En…. leert de ervaring, voorkomen gebeurt vooral als je als individuele roeier alert bent en blijft op de risico’s van de situatie waar je op dat moment in bent!
Om elke individuele roeier bewust te maken van veiligheid, zonder dit nu te overdrijven natuurlijk, zijn onderstaande tips belangrijk om veilig het water op te gaan.
1. Kleed je goed aan
- Draag liever een paar dunne lagen kleding dan bijvoorbeeld één dikke trui. Wollen of thermokleding met een dun waterproof jack is voor roeiers heel geschikt. Het is belangrijk dat je onderrug, hoofd, polsen, voeten en hals goed beschermd zijn tegen de kou. Is het écht koud, dan is het verstandig om ook een muts, Pogies (handschoenen) en een wind- en waterdicht jack en dito broek te dragen. En zorg ervoor dat je goed zichtbaar bent door fluorescerende kleuren te dragen.
2. Zorg dat je gezien en gevonden wordt
- Zien en gezien worden: AROSS ligt aan een druk bevaren kanaal. Binnenvaartschippers zien ons nauwelijks. Er is een enorme ‘ dode hoek’ vanuit de stuurhut. Daarom: houd afstand en volg de vaarregels nauwgezet. Om toch zoveel als mogelijk (op afstand weliswaar) zichtbaar te zijn dragen de boeg en de stuurman een geel hesje. Zorg ervoor dat zo’n signaalvestje tot je persoonlijke uitrusting behoort. Je kunt deze via AROSS aanschaffen.
- Vinden en gevonden worden. Al snel verdwijn je uit zicht van AROSS als je met de boot in een zijarm invaart of de sluis passeert. Zonder communicatiemiddel, is gebleken, duurt het erg lang om in geval van een incident hulp te organiseren. Daarom nemen we als we verder roeien dan de sluis een mobiel mee aan boord. Daartoe zijn waterdichte tasjes of tonnetjes ( afhankelijk van de opbergmogelijkheden van het type boot ) beschikbaar. Voor roeien op de Maas geldt: veiligheidstonnetje meenemen. Daarin zitten kaarten voor de plaatsbepaling, instructies wat te doen bij onderkoeling en telefoonnummers zodat je bij een incident hulp kunt organiseren.
3. Kijk vaak en goed achterom
- Zorg dat je weet wat voor èn achter je gebeurt!. Kijk tenminste elke 5 slagen om!
4. Houd stuurboordzijde
- Houd stuurboordzijde van het vaarwater. Zorg dat je vaarpositie en vaarrichting duidelijk is.
- Let op:
- Vissers vanaf de kant hebben soms hele lange hengels en deze hengels zijn moeilijk te zien.
- Vissers in kleine vissersbootjes liggen vaak aan stuurboordzijde op de Maas of in de monding van de arm en de Maas.
- Komend vanaf de Maas ligt er een grote wilg in het water: je moet iets naar het midden uitwijken!
5. Voer een duidelijke voorspelbare koers
- Pas je snelheid aan de plaatselijke omstandigheden en vaarweggebruikers. Er wordt soms hard gevaren door de pleziervaart en jetski’s op de Maas en op de Gouden Ham tref je zeilbootjes aan.
6. Stop alleen als je zichtbaar blijkt voor andere vaarweggebruikers
- Blijf niet dicht bij de brug van Macharen of bij ingangen van de sluis liggen. Stop niet in een bocht bijvoorbeeld bij de ingang van de Gouden Ham.
7. Vaar niet in de dode hoek van binnenvaartschepen
- Roei stuurboordzijde, ga aan de kant voor naderende binnenvaartschepen en houd rekening met de grote dode hoek. Tip: Zie je de stuurhut, dan kan de schipper jou ook zien.
8. Start goed voorbereid aan je roeitocht
- Controleer de temperatuur van het water op de website van Rijkswaterstaat en kijk bij het meetpunt Lith boven. Onderkoeling is een groot gevaar en kijk bij “onderkoeling” of klik hier.
- Controleer de waterafvoer van de Maas op de website van Rijkswaterstaat en kijk bij het meetpunt Megen. Hoe hoe meer afvoer; hoe hoger de watersnelheid op de Maas.